schrijfreis

Onder de mispelboom

schrijfreisOnder de mispelboom

Onze rijke Nederlandse taal, het spelen met woorden, het heeft me altijd geboeid. Vaak heb ik me de vraag gesteld waar de wil vandaan komt om wat je wil zeggen net iets anders te verwoorden. Levendiger. Kleurrijker. Was ik in een vorig leven een bevlogen redenaar? Een troubadour? Wie zal het zeggen? Feit is dat ik al in het prille begin van mijn schoolcarrière op een goed blaadje stond bij zij die me de liefde voor de taal bijbrachten. Ging het over dictee of over het mooi schrijven tussen amper zichtbare lijntjes (‘schoonschrift’ heette dat dan) of het in elkaar knutselen van een verhaaltje dan deden ze geen moeite om hun goedkeuring te verstoppen. 

 

Hoewel ik niet opgroeide in een omgeving waar lezen werd gestimuleerd, verslond ik boeken zolang als ik me herinner. Ik verdween helemaal in de verhalen en voelde me zo verweven met de personages dat het voelde alsof het mijn beste vrienden waren. Jaren later ontdekte ik de misdaadverhalen, de thrillers en dat was helemaal thuiskomen voor mij. David Baldacci, Karin Slaughter, John Sandford. Dichter bij huis Jef Geeraerts, Pieter Aspe, één voor één konden ze me boeien met hun schrijfsels. Wanneer het idee begon te rijpen om zelf iets  neer te pennen, weet ik niet meer. Mijn eerste notities van datgene waar ik nu nog mee bezig ben, dateren van tien jaar geleden. Schuchtere pogingen die, mocht ik ze nu schrijven, onmiddellijk in de papiermand zouden belanden. Al die tijd bewaarde ik ze om niet te vergeten hoe het begon.

 

In het voorjaar van 2016 stuitte ik op een ‘schrijfvakantieadvertentie’ van Marelle. Het voelde meteen goed en eind september van dat jaar ging ik er heen. Voor de eerste maal in mijn leven vertrok ik, een tikkeltje nerveus, alleen op reis. Ik die amper de trein of de bus nam, reed naar de Eindhovense luchthaven en landde even later in het Algarvische Faro. Het was de start van een waanzinnige week waarin ik mezelf herontdekte. Het leven had me op enkele rake klappen getrakteerd waardoor ik meer en meer in mezelf was gekeerd en nog moeilijk contact kon maken met de wereld (en zijn residenten) om me heen. Na amper een paar uren werd ik mijn oude zelve. De zeskoppige groep waarmee ik een week ging samenleven, had geen vooroordelen. Het deed mijn hartslag naar een aanvaardbaar ritme zakken.  Ik bleek niet de enige gekwetste ziel te zijn. Er waren er nog. Het boeiendste aan het bonte gezelschap was voor mij het alibi dat we gemeenschappelijk hadden om naar Jan en Marelle hun inspirerende berg te reizen, het schrijven van een boek. Voor mezelf sprekende is het niet zo dat ik daar een manuscript heb volgepend maar in wat ik vandaag schrijf, zit altijd een fractie van wat ik toen heb geleerd. Het gaat vaak om iets wat banaal lijkt maar het verschil kan maken tussen een goed of slecht geconstrueerde zin, tussen een haperend of vlot lezend verhaal.

 

Terug thuis polste mijn omgeving naar mijn ervaring. Ik vond het moeilijk om onder woorden te brengen. Hoe verklaar je dat je bent opengebloeid tussen een groep mensen die je van haar noch pluimen kende. Hoe leg je uit dat je tijdens het schrijven invallen kreeg waarvan je niet wist waar ze vandaan kwamen. Ik probeerde het gevoel dat ik ervaren had te verklaren met een anekdote die ik hier zal meegeven.

 

We hadden een vrije namiddag en vijf van de zeven schrijvers besloten om het schrijfdomein even te laten voor wat het was. Een half etmaal niet bezig zijn met zijn/haar verhaal. Het kan bevrijdend werken. Zelf bleef ik in de schaduw van de mispelboom werken. Vermits ik me nog niet had toegelegd op het schrijven van een dialoog kreeg ik van Marelle de opdracht om een conversatie te schrijven. Ik kreeg er zestig minuten voor. Vraag me niet hoe ik het gedaan heb. Was het de omgeving, was het de tijdsdruk, deed de berg zijn werk? Geen idee maar ik greep het moment . Ik plukte de woorden en hield ze stevig vast, bang dat ze zouden verdampen in de Portugese zon. Het lukte wonderwel. Woorden werden zinnen, zinnen werden alinea’s die op hun beurt een verhaaltje op zich vormden. De toetsen van mijn klavier schrokken van zoveel ijver. Het moest snel gaan en ik gunde ze geen moment rust. Na dat uurtje stond er een heus gesprek tussen 2 personages te wachten op Marelle’s oordeel. Hoewel de zenuwen als een wervelvind door mijn lijf gierden, stelde ik voor om mijn stuk voor te lezen. Dat vond ze prima. Na afloop keek ze me aan. ‘Daar doe ik het voor’, zei ze, ‘om mensen, schrijvers op deze manier te zien evolueren.’ Een mooier compliment kon ze me niet geven. Op momenten dat de inspiratie mij in de steek laat, denk ik aan de boost die ik toen kreeg. Ondertussen zit ik over de helft van mijn boek. Ik weet, het gaat traag maar ik laat het niet los.

 

 

***********

Gertjan De Vylder, een 52-jarige winkelbediende uit het Gentse (België) ging twee maal op schrijfvakantie bij Marelle, toen nog in Portugal. Een full-time job en het drukke leven met vier kinderen gunnen hem weinig tijd om te schrijven. Desondanks blijft hij zijn droom najagen: het schrijven van een eigen boek.

 

***********

De reis van de schrijver

DE SCHRIJFREIS is een  initiatief van Marelle Boersma. Met deze serie blogs geschreven door ‘haar’ schrijvers, geeft Marelle schrijvers een podium om zichzelf én hun schrijfreis te laten zien om zo andere schrijvers te inspireren.

Heb jij ook een schrijfdroom en wil je een blog schrijven over jouw schrijfreis, neem dan gerust contact op en wie weet staat jouw mooie schrijfreis hier straks tussen.

Marelle Boersma

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aanmelden nieuwsbrief