Fluitend schrijven
Columns en blogs schrijven zie ik als oefeningen. In 300 woorden een ontmoeting beschrijven. Of een verontwaardiging. Een situatie die opvallend genoemd kan worden, of die me juist opvalt omdat ik erover wil schrijven. Dat is het. Het zijn de gewone dingen, die je als schrijver mooier kunt maken. Een stukje fictie integreren, of de spotlight op iets kleins zetten. Zoiets.
Martin Bril was daar een ster in. Jaloersmakend goed. Op een bijzondere manier schreef hij over normale zaken. Hij liet ze opvallen, zodat ik de volgende keer dacht: ‘O ja.’ Ooit las ik in een interview – ik dacht in de Volkskrant – dat hij adviseerde om fluitend te schrijven. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Worstelen met woorden geeft geen vloeiende zinnen. Maar als je fluit… en schrijft… dan creeer je een mooie wereld.